Angst als raadgever

Afgelopen week hoorde ik van een client dat ze niet wist dat hetgeen ze voelde angst was. Het was voor haar heel behulpzaam om dat te weten. Sindsdien gaat ze anders om met haar angst gevoelens. En reageert ze meer passend in de angstige situatie waarbij ze beter voor zichzelf zorgt. Maar er zijn ook mensen die niks moeten hebben van het woord angst. Ze voelen zich kwetsbaar in angst en dat willen ze niet zijn. Niet gewend om hun pantser neer te laten, gevoeligheid te laten zien.

Angst is er in vele soorten en maten. Van heel overweldigend en niet meer kunnen bewegen (bevriezen), tot een korte schrik als je in het verkeer een bijna aanrijding hebt. De een gaat dan schelden of agressief verhaal komen halen van de schrik (vecht reactie). Een ander zal wegduiken en snel doorrijden (vlucht reactie).
Als je kijkt naar het dierenrijk zien we dezelfde reacties terugkomen. Bij natuurseries van de BBC zie je mooi in beeld gebracht hoe een leeuw impala’s besluipt. Bij de impala zie je eerst de schrik (kort bevriezen), dan inschatten of ze terug kunnen vechten of moeten vluchten om dit vervolgens te gaan doen. Eenmaal ten prooi gevallen aan de leeuw zie je dat ze nog meer verstillen in de bevriezing. Soms verslapt dan de greep van de leeuw, omdat deze denkt de aanval te hebben gewonnen en kan de impala alsnog ontsnappen door met grote snelheid weg te vluchten. Zoals je zult begrijpen komt hier geen denkwerk aan te pas. Op gevoel worden de mogelijkheid waargenomen om te kunnen overleven.

Angstgevoelens helpen ons om veilig te zijn. Dat is een groot goed. Om je niet te branden aan heet vuur, om niet van een hoogte te vallen of alleen in een onbekende omgeving te verdwalen. Zoals je leest in bovenstaande voorbeelden is er een terugtrek beweging bij angst. Je gaat uit verbinding met je omgeving (vuur, hoogte, onbekende omgeving). Als angstgevoelens ontstaan in contact met anderen, zal je uit verbinding gaan met de ander. Dit is ook het geval als je gaat vechten. Je vuist kan contact maken met iemand kin, maar een verbinding in gevoel is er niet zoals die er wel is als je aan het stoeien bent. In het laatste geval blijf je de ander voelen en weet je tot hoever je kan gaan voordat het te pijnlijk of ruw wordt.

Angst kan als last worden ervaren als er in het moment geen gevaar dreigt, maar er wel een trigger is die op basis van herinnering je angstsysteem aanzwengelt. Daarnaast zijn sommige angstgevoelen zo groot, dat ze op dat moment niet te dragen zijn. Dat kan zijn als kind in een onveilige situatie of bij een aanval of ongeluk. Als je onvoldoende mogelijkheid hebt om adequaat te kunnen reageren met vechten of vluchten zal je vast komen te zitten in een bevroren staat. In het vervolg van je leven probeer je onbewust om niet meer in situaties te komen die je doen denken aan de eerdere angstige situaties. Dit beïnvloedt je manier van doen, heeft invloed op je beweeglijkheid. Door bijvoorbeeld altijd maar dingen blijven doen, niet stil kunnen zitten of juist niet in beweging kunnen komen. Het kan zorgen dat een bepaald deel van je lijf altijd pijnlijk is of dat je een grote onrust ervaart als je maar even niks te doen hebt.

Zo kan angst een vriend of een vijand zijn. Ik vind het prettig om te werken met angst als raadgever. Om te achterhalen hoe jou terugtrek beweging aanvoelt en welke triggers hiervoor zorgen. Deze bewustwording kan zorgen voor meer voelen en minder denken in het moment. Dit zorgt ervoor dat je meer in verbinding blijft met jezelf en je omgeving. En je uit vastlopende denkpatronen komt.

Vervolgens kan je onderzoeken of het inderdaad in een situatie nodig is om uit verbinding te gaan met jezelf en/of met de ander. Als dat zo is, kan je de terugtrek beweging volgen. Zoniet, dan kunnen we kijken welke andere beweging je in zo’n moment kan maken. Het kan zijn dat je meer delen van je eigen lijf moet gaan voelen. Of een voorbalans maken en zo meer in contact met je omgeving komen. Bij een ieder zal het net anders zijn, omdat we allemaal onze eigen copingstijl hebben in reactie op gevaar. Zo kan het ook zijn dat iemand zich volledig op zijn omgeving richt en zich aanpast aan de ander om gevaar te detecteren. Maar dan zichzelf gevoelsmatig uit het oog verliest. De terugtrek beweging is dan omgekeerd, uit zichzelf ipv uit zijn omgeving.

In alle gevallen is het behulpzaam om contact te maken met angstige gevoelens. Belangrijk hierbij is om niet de angst te worden zodat je erin vast komt te zitten, maar ook niet compleet te negeren door middel van bijvoorbeeld een stoer pantser. Angst heeft de kwaliteit van gevoeligheid in zich en zorgt voor nuance, scherpte, een kritische noot en precisie. Er is daarnaast draagkracht en stevigheid nodig om met angstige gevoelens te kunnen zijn, zodat het je niet overweldigt. Alleen angstig zijn geeft verkramping. Alleen krachtig zijn maakt dat je verhardt. Een balans tussen kracht en angst zorgt voor gevoeligheid in een stevige basis.

 

Millennials en burnout

Een veel voorkomende reden dat mensen een haptotherapeut zoeken is het niet goed kunnen voelen en veel in het hoofd zitten. De twintigers en dertigers die met deze vraag bij me komen laten veel meer stress- en burn-out klachten zien dan dezelfde leeftijdsgroep 20 jaar geleden. Welke rol speelt de tijdsgeest hierin? Denk hierbij aan een hoog levenstempo, sociale media en het idee van de maakbaarheid van het leven. 

In de huidige maatschappij valt me op hoe hoog het tempo ligt. Zo liet mijn zoon van 14 jaar gisteren zien hoe je ingesproken what’s app gesprekken versneld kan beluisteren. Waarom? Is het omdat je zoveel berichtjes, mailtjes, Snapchats en ander sociale media nog moet bekijken. Je zou er buiten adem van worden. Maar dat merk je niet op. Alweer door naar het volgende wat je aandacht trekt. Het is normaal geworden om uren bezig te zijn met deze constante stroom van informatie. Logisch dat je niet kan opmerken hoe je geraakt wordt. Of er is zoveel afleiding dat je er niet stil bij hoeft te staan.

Het wordt vervelend als je je moe begint te voelen, of een unheimisch gevoel blijft aanhouden dat je niet kan thuisbrengen. Je weet niet meer wat je wil, hoezeer je er ook over na probeert te denken. Vaak in dezelfde loop van gedachtes. Je raakt in de war. Of je wordt somber als gevolg van die herhaalde stroom aan gedachtes.

Een tweede trend is het idee van de maakbaarheid van je leven. Just do it! NIKE startte hiermee in de vorige eeuw. Als gevolg hiervan zie ik regelmatig adolescenten die nog een studie oppakken, omdat ze zoveel stress krijgen bij het idee om de volgende stap te gaan maken. Naar de perfecte baan! Alsof je niet mag uitproberen of een functie bij je past. Dat lijken we te zijn vergeten. En is mogelijk een bron van veel stress en burn-out klachten die twintigers ervaren. Sociale media waarbij je vooral de leuke kant van het leven belicht, helpt daar niet bij. Wat moet je met al die gevoelens die hier niet in passen, terwijl iedereen het zo goed lijkt te hebben. Is er dan iets mis met je?

Op Google Scholar staat een inzichtgevend artikel van Petersen: “How Millennials became the burnout generation”. Zij beschrijft een generatie Amerikaanse studenten die is geboren tussen 1985 en 1999. Het zijn hard werkende jonge mensen die arbeid voor plezier stellen. Ze zijn opgevoed door ouders die hoge verwachtingen hebben. Het motto is: “Als je je best doet, kan krijgen wat je wil”. Je moet jezelf optimaliseren in alles en er is het idee dat alles te fixen is als je je best maar doet. Tegenslagen waar je geen invloed op hebt (bijvoorbeeld de corona pandemie), zat niet in de opvoeding. Er is een omkering waarin hard werken je goed doet voelen en vrije tijd je schuldig maakt aan niks doen.
Ze raken burn-out door het idee continu te moeten werken en dat alles opgelost kan worden door jezelf te optimaliseren. Dagelijks een half uurtje meditatie, yoga, gezond eten, sporten, to-do lijstjes om te dealen met alle huishoudelijke klusjes en de maatschappelijke problematiek.
Ze schrijft dat Millennials niet proberen het systeem van hun ouders te veranderen, maar het  trachten te perfectioneren. Daarvoor staan ze voortdurend “ aan” en willen ze hun ouders en de wereld om hen heen laten zien wat ze bereikt hebben. Mislukking hoort daar niet bij. Zo zijn ze niet opgevoed. Alles is mogelijk, je kan het beste uit jezelf halen.
Zo worden ze een merk die via Instagram, Facebook, Twitter en Linked Inn naar buiten wordt gebracht. Continu bereikbaar zijn zorgt voor minder helderheid tussen vrije tijd en werk. Iedereen doet het, wellicht loop je anders die geweldige baan of kans op een ander verlangen mis.

Nu leven we niet in Amerika en studeren we niet allemaal. Maar bij navraag in deze doelgroep in Amsterdam is er zeker herkenning. In het Millennial Manifest van Aik Kramer e.a. staan vergelijkbare uitspraken. Zij benoemen dat achter de blinkende buitenkant ook onzekerheid schuil gaat. En dat is precies wat zichtbaar is in een aantal behandelingen in mijn praktijk. Jonge mensen die niet of weinig praten met anderen over hun angsten en geen keuzes kunnen maken.

In 1974 beschreef psycholoog Herbert Freudenberg het eerst burn-out als fysieke en mentale instorting door overwerk en stress. Psycho-analyticus Josh Cohen verwoordt het voor mij goed met: “Je voelt je burn-out als al je bronnen zijn uitgeput maar desondanks jezelf niet kan weerhouden om dwangmatig door te gaan”.

Aangezien we vanuit gewoonte patronen reageren, doet deze generatie dit met dezelfde aansturing om uit een burn-out te komen: Het optimaliseren van zelfzorg. Wat te kiezen uit het enorme aanbod aan mogelijkheden om jezelf te helen? Niet weten wat je echt wil en keuze stress is dan ook een veelgehoord thema in mijn praktijk.

Het is nodig eerst inzicht te krijgen in wat er aan de hand is. Om naast het idee wat je hebt hoe het zou moeten zijn, ook te gaan voelen voordat je iets gaat doen. Wat voel je door de dag heen bij alle dingen die je doet? Welke emoties zijn er, welke lichamelijke sensaties? Mag je bang zijn voor een stap die wil gaan zetten, voel je je irritatie of frustratie als dingen tegen zitten? De Belgische psychiater Dirk de Wachter heeft hier een boek over geschreven waarin hij zegt dat we in deze tijd niet accepteren om leed te hebben en ongelukkig te zijn. “We zetten zoveel in op autonomie, op alleen succesvol bereiken en dan dreigt de teloorgang van het verbondene”.
Hij heeft het ook veel over de misvatting dat het leven maakbaar is. Hij zegt dat streven naar geluk als levensdoel een vergissing is. Er zijn zaken waar je geen invloed op hebt en die je toch raken. Hij is voorstander van elkaar wat meer vastpakken, er meer voor elkaar zijn. Dat geeft volgens hem het leven zin en betekenis.

Zou het niet zo zijn dat als we meer bewust worden van hetgeen er in ons leeft, dat een eerste stap is. Dat zorgt voor meer verbinding met onszelf. En dat we van daaruit contact gaan maken met de wereld om ons heen. En dat geldt niet alleen voor Millennials.

Ik help je er graag bij in mijn praktijk.

Hardlopen als metafoor

Mijn start met hardlopen was een praktische. Elke winter had ik het koud en kwamen er gedachtes over emigratie naar een warm land. Eenmaal in de lente zag ik in dat Nederland op vele fronten een bijzonder land is om in te wonen.  Mijn idee verdween hierbij als sneeuw voor de zon. In het najaar begon dit weer te kantelen …..

Na een paar jaar kwam mijn praktische kant naar voren en bedacht ik om te gaan hardlopen om het warm te krijgen. Gelijk vanuit mijn bed de kou in. Niet nadenken, gewoon doen. Ik woonde naast het Vondelpark en had Runnersworld in dezelfde straat voor een outfit en schoenen. Dus het was simpel om te beginnen.
Mijn conditie viel mee, maar ik kreeg een enorme druk op mn borst tijdens het hardlopen. Na wat puzzelen bleek dit te komen door mijn ademhaling. Ik kreeg de tip om vooral mijn focus op de uitademing te leggen. Dit hielp en vanaf dat moment liep ik een half uur. En …. had ik het warm de hele dag! Bizar dat het werkte en dit bleef door de jaren heen bestaan.

Er was meer op te merken. Als ik ergens mee zat, werd dit probleem van de bekende olifant tot een mug gereduceerd na een rondje hardlopen. In beweging komen en mijn lijf gaan voelen zorgde dus voor een andere beleving!
Echter als ik heel veel aan mijn hoofd had  struikelde ik bijna, omdat ik totaal niet gegrond was. Door de jaren heen leerde ik om op zulke momenten niet door te lopen maar een pas op de plaats te maken en rustig te lopen, uit te ademen.

Acht jaar geleden werd ik gecoacht met sport als metafoor voor mijn leven: Ik wilde mijn kracht en vitaliteit optimaliseren. Wat was hiervan zichtbaar in het hardlopen?
We merkten op dat ik al 15 jaar een half uurtje hard liep op een tempo die me uitkwam. Eenmaal had ik een 10 km wedstrijd gelopen. Daar was ik tot mn eigen verbazing zo gestresst dat het bij eenmaal bleef. Waar was ik bang voor? Tegen wie liep ik? Van mezelf kon ik niet winnen leek het, alleen verliezen.
Dus ik ging de uitdaging aan om harder en langer te lopen. Dit ging verbazingwekkend makkelijk. M’n kuiten bleken het t eerst op te geven, maar pas bij 9 km. En het leuke was dat mijn beleving van hardlopen totaal anders werd: vitaler! En ook ging mijn tempo als vanzelf omhoog. Had ik dan 15 jaar onder mijn kunnen gelopen? En hoe zat dat in de rest van mijn leven?

Toen een periode van overbelasting (scheiding, verhuizing) volgde heb ik mijn 9-10 km rondjes moeten laten varen. Vlak voor een 10 km-loop raakte ik geblesseerd. Mijn kuit liep vol, mijn rechterbil raakte gespannen. Het herstel ging langzaam. Mijn zelfzorg kwam teveel uit mijn hoofd, te weinig uit hetgeen ik voelde. Mijn angst was, wat als ik minder kan doen, minder hard hoef te werken …..? Later zag ik dat meer mensen juist angsten hebben voor het goede in het leven. Mandela heeft er een mooie quote over: “Our deepest fear is not that we are weak. Our deepest fear is that we are powerful beyond measure. It is our light, not our darkness that most frightens us. We ask ourselves, who am I to be brilliant, gorgeous, talented, fabulous?

En toen kwam de overgang … stijve gewrichten, dikke enkel uit het niets en een pijnlijk knie. Het hardlopen bleef, maar met weinig energie liep ik 15-20 minuten op een laag tempo. Blijven bewegen was mijn motto, ook goed voor het hoofd.

De laatste tijd is er weer een nieuwe fase ingetreden, de energie komt wat terug. Door sprintjes te moeten trekken bij voetballen met de kinderen voelde ik hoe goed intervaltraining me deed. Met sprintjes tussendoor belast je je lijf maximaal. Het was bevrijdend om te voelen waar het ophoudt, waar mijn limiet zit. Dat je dan daarna moet uitrusten. In plaats van altijd maar doorlopen in een lager tempo zonder ooit te stoppen. Dat voelt een stuk gezonder en vitaler! En niet onbelangrijk, mijn hoofd wordt er rustiger van en niet meer voortgedreven dat er altijd meer moet.

Waarheid

Afgelopen week kwam het een paar keer voorbij. Hoe het waar(achtig) laten zijn van gevoelens en situaties helend kan werken. Hoe gruwelijk de gebeurtenis of staat van zijn ook is.

Ik kwam er voor het eerst mee in aanraking toen ik een training volgde bij het Centrum voor Tantra. Iedereen om me heen stond te feesten op de dansvloer, terwijl ik me verdrietig voelde. Ik werd aangemoedigd om mijn tranen de vrije loop te laten, te voelen in het verdriet zonder precies te weten waar het over ging. Dat was behulpzaam! In plaats van met een grimas en valse energie net doen of ik grote lol had. Dat vervreemdde me van mezelf. Het voelen van wat er in me was zorgde voor ontspanning.

Bij cliënten zie ik regelmatig dat het lastig is om bepaalde gevoelens te laten zien. Vooral als niet helemaal helder is waar de gevoelens vandaan komen en over gaan. De gevoelens worden weggestopt of iets anders eroverheen gezet. Onder meer uit angst voor een conflict met een ander, angst voor doorslaan van de emoties zoals een een tranendal die nooit meer stopt. Een zelfbeeld: dat ben ik niet (angstig/boos/verdrietig) of vroeger nooit gespiegeld zijn in bepaalde gevoelens.
Een ieder heeft er zijn eigen strategie voor bedacht om dit te verbergen.

Echter onze non-verbale expressie neemt 75% voor zijn rekening in contact met anderen. Vaak lukt het niet om deze zo onder controle te hebben dat er niks van je emoties zichtbaar en voelbaar is voor de ander. En daar komt de kink in de kabel in contact. De ander ziet en voelt dat er wat anders aan de hand is dan je laat zien. Discongruentie noemen we dat. Zelf kan je daardoor ook vervreemd raken. Veelal zie je dat men via gedachtes probeert grip te krijgen op wat er aan de hand is. Dit zorgt voor meer verwijdering van je emoties en de spanning kan daardoor behoorlijk oplopen in je lijf.

Van de week kwam ik het tegen bij een client in de vorm van depressie met gevoelens van eenzaamheid eronder. Existentiele angst-gevoelens gingen er mee gepaard. Pittige gevoelens om toe te laten. In het toelaten werd ook irritatie en frustratie zichtbaar: hard je best doen om contact te maken en GVD het lukt niet. Waar ligt dat nu aan!!

Door niet te willen oplossen, maar deze frustratie kamerbreed er te laten zijn kwam er ruimte voor iets anders: helderheid hoe de volgende stap te nemen, kordaatheid door de kracht die schuil ging in het verstoppen van de irritatie en frustratie en die nu tevoorschijn kwam. Door waar te laten zijn wat er in haar leefde, kwam er zodoende beweging in haar depressieve staat van zijn.

Als haptotherapeut zijn we getraind in het lezen van non-verbale uitingen. We kunnen checken of het klopt of je je angstig, boos of verdrietig voelt als we dat vermoeden op hetgeen we zien en ervaren in het contact. We kunnen kijken of het prettig is om meer ruimte te geven aan deze emoties. En onderzoeken wat er dan voelbaar wordt. Welke gedachtes en behoeftes er dan opkomen.

Kijkend naar psychiater en trauma deskundige Bessel van der Kolk bij Zomergasten zag ik een overtreffende trap in een fragment over Desmond Tutu als voorzitter van de Waarheid commissie in Zuid Africa. Deze commissie hoorde wekenlang de meest verschrikkelijke waarheden aan van zeer wrede gewelddadigheden die waren begaan. We zagen slachtoffers die vertelden wat hen was overkomen, soms niet te doen om het te vertellen of aan te horen. Maar als het werd verteld en gehoord, zorgde het ervoor dat mensen hun leven weer terug kregen. Omdat de waarheid verteld werd, hun leed zichtbaar was geworden en zo gevoelens konden worden gedragen door een grote groep mensen in plaats van de ene persoon die het had verduurd. Het maakte een diepe indruk op me, dat er toch zo’n veerkracht in mensen zit, als de waarheid gezien mag worden.